Jaap Gijs Dien leesplankje, Eerste uitgave uit 1917-1933

Uitgeverij J.B. Wolters wilde zoveel mogelijk profijt hebben van het succesvolle "Aap Noot Mies" en wilde deze ook voor het Nederlandstalige onderwijs in indonesië geschikt maken. Omdat de "Aap Noot Mies" versie erg Hollands was met zijn plaatjes, is omstreeks 1917 een speciale uitgave gemaakt voor indonesië, geillustreerd door Jetses. Jetses had geen kennis van indonesië en om de indonesische sfeer te leren kennen zocht hij in boeken, foto’s, bezocht hij studenten die in Nederlands-oost indië studeerden en bezocht een tentoonstelling. Hij gaf zijn ogen goed de kost. Met de opgedane kennis illustreerde hij het Jaan Gijs Dien leesplankje, meer bekend als het indische- of indonesische leesplankje.

De indonesische uitgave bestaat uit een leesplankje met lettertjes en een letterblikje. Een klassikale leesplank (met een vertelselplaat hierop), 5 leesboekjes en een Handleiding voor het aanvankelijk leesonderwijs. Voor het overzicht van de lesmaterialen zoals deze in de Handleiding staat, kunt u hier even kijken.

Er is bij mij altijd veel verwarring geweest over de uitgaves van de indische leesplankjes. Deze tekst over het indonesische leesplankje heb ik pas toegevoegd in 2012, dus 8 jaar nadat ik was gestart met het verzamelen en nog steeds zijn de uitgaves mij niet helemaal duidelijk. Hierbij tracht ik een beeld neer te zetten wat nu echte uitgaves zijn en wat niet. Wat mij naar jaren bekend is geworden, is dat alle indische leesplankjes er qua plaatjes exact gelijk uit zien, behalve het plaatje "boe". Deze verscheen op plankjes "met" en "zonder krul" aan de rechter kant van haar hoofd. Maar welke is nu origineel en welke niet?


In een originele "Handleiding voor het aanvankelijk leesonderwijs" uit 1923 kom ik hiernaast staand plaatje tegen:

Conclusie: "Boe" met krul aan de rechter kant van haar hoofd is een originele uitgave.

Maar of dit wel klopt vraag ik me nog steeds af!


Het waarom, waarom ik me dit zo afvraag:
In de loop der jaren verzamelen heb ik meerdere foto's van leesplankjes gezien met deze -met krul aan de rechterkant- "Boe" erop.
Dit betreft dan altijd zwarte leesplankjes. Alleen heb ik nooit zo'n zwart plankje gezien waarvan ik dacht, deze is 100% zeker origineel.
Na zoveel jaren verzamelen krijg je, om dit te kunnen bepalen, hier een bepaald gevoel voor. Bij alle aangeboden zwarte leesplankjes was altijd wel iets wat -mijns inziens- niet klopte.

De belangrijkste motivatie van deze uitspraak is, dat ik nooit een echt geleefde en gebruikte versie ben tegengekomen van dit zwarte leesplankje. Alle aangebonden exemplaren zien er voor hun oude leeftijd "te netjes" uit. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de aangeboden Aap Noot Mies leesplankjes van deze leeftijd, zien deze er (op sporadische uitzonderingen daar gelaten) allemaal geleefd, gebruikt en beschadigd uit. De zwarte indische versies zijn altijd te perfect, qua staat waarin deze verkeren.

Ook heb ik een aantal indische leesplankjes van de tweede uitgave, in de loop van de jaren voorbij zien komen, en deze waren in alle gevallen beschadigd en geleefd. Een jonger (minder oud) plankje dus, maar alle plankjes van deze uitgave zagen er beschadigd uit. Wat voor mij echt een teken is dat dit ZEKER een echte originele indische uitgave betreft. Zie hier.
Zodoende zet ik nog steeds vraagtekens bij alle zwarte indische leesplankjes die ik zie (wat ik hier beweer is geen absolute zekerheid, maar mijn idee.). Wat dat betreft blijft dit voor mij dus ook vaag.
De tweede uitgave van Jaap Gijs Dien is mijns inziens 100% zeker wel origineel.

Om het nog scherper te stellen:
Het zou naar mijn idee ook wel zo kunnen zijn, dat de tweede uitgave van het indonesische leesplankje de enige en echte is.

Het Leesplankje, het letterdoosje en de lettertjes.
Dit leesplankje begint met de woorden Jaap Gijs Dien. Op het leesplankje staan 14 plaatjes. (Op het Aap Noot Mies plankje staan 17 plaatjes)
Het plankje wordt geleverd met 48 lettertjes en 18 reserve lettertjes. (De Aap Noot Mies uitgave bestaat uit 54 lettertjes).
In de "Handleiding voor het Aanvankelijk Leesonderwijs" is een paragraaf opgenomen, die de leraar kan gebruiken om iets over de figuren op het leesplankje te vertellen. (Een dergelijk verhaal komt overigens bij de Aap Noot Mies handleidingen niet voor..). Het verhaal bij het leesplankje kunt u hier bekijken. (blz 32)


Tekst uit: Handleiding voor het Aanvankelijk Leesonderwijs 1923 blz
37

De afmeting van de lettertjes is (net als bij de Aap Noot Mies uitgave) 2 cm hoog. De breedte van de kaartjes varieerd afhankelijk van de letter of lettercombinatie. Ook staat op deze lettertjes een zwarte streepje zodat goed duidelijk is, wat de onderkant van de lettertjes is. Een groot verschil met de Aap Noot Mies uitgave is dat de lettertjes aan de achterkant zijn voorzien van een rode, witte of blauwe kleur. 

Het indische leesplankje werd uitgegeven met een blikken letterdoosje, welke was verdeeld in vier vakjes. De bodem van de vakjes is rood, wit of blauw. Zodoende kunnen de lettertjes met de rode achterkant van de eerste rij, gemakkelijk in het linker vakje worden geschoven. De lettertjes met de witte achterkant van de tweede rij van het leesplankje, in het tweede vakje en de lettertjes met de blauwe achterkant van de derde rij in het derde vakje. Het vierde vakje was bestemd voor de reserve lettertjes.

Jaap Gijs Dien letterdoosje
Jaap Gijs Dien letterdoosje

Tekst hiernaar is uit: "Voorwoord" uit de indische handleiding.

De Klassikale Leesplank.
De klassikale leesplank is aan de bovenzijde van een vertelselplaat voorzien en deze plaat werd niet als wezenlijk onderdeel van deze uitgave beschouwd. In de Handleiding van de Aap Noot Mies uitgaves werd het verhaal beschreven, welke de leraar bij de vertelselplaat kon vertellen. Omdat de vertelselplaat bij de Jaap Gijs Dien uitgave niet als ondersteunend component werd gezien, is deze in de indische handleiding ook niet het begeleidende verhaal bij de plaat beschreven.

Typisch kenmerk van de klassikale leesplank zijn de mooie ronde vormen van de plank. De illustraties zijn gemaakt door Jetses. Vanaf ongveer 1920 werden er jaarlijks niet meer dan 40 exemplaren verkocht, terwijl in de jaren 30 de aantallen onder de 10 bleven. In totaal zijn er 300 stuks bij scholen afgeleverd.

Indische klassikale leesplank

Tekst hierboven is uit: "Opmerking vooraf" uit de indische handleiding

Tekst hierboven is uit: Blz 12 uit de indische handleiding

5 leesboekjes :
Deze uitgave bestond uit 5 leesboekjes gemaakt door A. F. Ph. Mann. A.F.Ph. Mann was het hoofd van een lagere school in Batavia. Hem werd gevraagd de verschillende uitgaven van de puur Hollandse uitgaves van de leesboekjes te 'verindischen'. Het was noodzakelijk dat het Hollandse karakter verdween en dat de verhaaltjes zich tegen een Indisch decor gingen afspelen. Het is verbazingwekkend te zien hoe hij dit heeft weten te verwezenlijken en hoe hij die oer-Hollandse verhalen tropisch heeft ingekleurd.

Handleiding voor het onderwijs in het aanvankelijk lezen:
De handleiding bestaat uit zo'n 180 bladzijden. In deze handleiding staan de lesmaterialen en hoe hier les mee te geven beschreven. Kenmerkend eigenschap voor deze handleiding is de rode kaft.

De tweede druk van de Handleidng

De derde druk van de Handleidng

Handleiding voor het aanvankelijk leesonderwijs Groningen

Handleiding voor het aanvankelijk leesonderwijs Groningen
Handleiding voor het aanvankelijk leesonderwijs Groningen-Den Haag
Handleiding voor het aanvankelijk leesonderwijs Groningen-Den Haag

Zoals u op deze pagina kunt zien ben ik een echte verzamelaar en liefhebber, dus heeft u iets van Hoogeveen's leesmethode, neem dan graag even contact met me op via info@leesplankje.com. Ik ben met name geïnteresseerd in alles van Raam Roos Neef en Jaap Gijs Dien en zou hier zeer blij mee zijn!